Monitor pijler Wonen


Hieronder vind je de monitor van de pijler Wonen van de Regio Deal Zuid- en Oost-Drente. De ambitie van deze pijler is in 2030 een toekomstbestendige (duurzaam en levensloopbestendig) woningvoorraad voor de woningeigenaren in de regio, die behoren tot de doelgroep van de woningcorporaties én in de goedkope koopvoorraad wonen.

De leeftijdsopbouw van de bevolking is een belangrijke graadmeter voor de woningbehoefte. De cijfers in deze monitor laten zien dat de bevolking in Zuid- en Oost- Drenthe relatief oud is: het aandeel 65- plussers is oververtegenwoordigd. Wanneer we naar de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling kijken in de periode 2015-2020, dan valt bovendien op dat de ontgroening en vergrijzing in de regio sneller gaat dan in rest van het land.

Op het niveau van de totale bevolking is sinds 2017 in nagenoeg alle gemeenten binnen Zuid- en Oost- Drenthe sprake van een positief migratiesaldo: er verhuizen meer mensen naar de regio toe dan dat er vertrekken. Wanneer we kijken naar het migratiepatroon van personen tot 30 jaar, dan wordt een ander beeld zichtbaar. In de periode 2015-2020 is in nagenoeg alle gemeenten sprake van een structureel vertrekoverschot onder jongeren.

Mede door toedoen van migratiepatronen, vergrijzing en het feit dat mensen gemiddeld genomen steeds minder kinderen krijgen, verandert ook de samenstelling van de huishoudens. In de cijfers wordt zichtbaar dat het totaal aantal huishoudens met bijna 3% is toegenomen in de periode 2015-2020. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging (meer dan 9%) van het aantal eenpersoonshuishoudens in bovengenoemde periode.

De bovenstaande ontwikkelingen zorgen voor zowel kwalitatieve als kwantitatieve verschuivingen in de vraag naar woningen in de regio.

In Zuid- en Oost- Drenthe is de algehele tevredenheid met de woning onder zowel huurders als eigenaren in de periode 2015-2018 teruggelopen. Ook landelijk is een zelfde terugloop in tevredenheid waarneembaar. Met name de daling van de tevredenheid onder huurders in de regio valt op: in 2018 gaf 71,4% van de huurders aan (zeer) tevreden te zijn met de woning, in 2015 lag dit aandeel (nog) op 81,0%. De tevredenheid met de woning onder huurders in de regio liep sneller terug dan gemiddeld en ligt onder het niveau van het landelijke gemiddelde.

De gemiddelde woonlasten in de regio zijn in de periode 2015-2018 gedaald. Landelijk was sprake van een stijging van de gemiddelde woonlasten waardoor het verschil tussen de gemiddelde woonlasten in Zuid- en Oost- Drenthe en de rest van Nederland verder is opgelopen. Mede als gevolg van de dalende woonlasten zijn ook de totale woonlasten als percentage van het besteedbaar inkomen in genoemde periode afgenomen. Ondanks de genoemde daling liggen de woonlasten als percentage van het besteedbaar inkomen in de regio nog altijd boven het landelijke gemiddelde. Dit wordt verklaard doordat de omvang van het gemiddeld besteedbaar inkomen in de regio lager ligt én de ontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen achterblijft bij de landelijk ontwikkeling.

De cijfers over de woonlasten van woningeigenaren naar inkomensgroep laten een aantal zaken zien. Allereerst zien we dat de totale woonlasten van eigenaren met een laag inkomen gelijk ligt aan het landelijke gemiddelde. De totale woonlasten van eigenaren met een midden- en hoog inkomen ligt onder het landelijke gemiddelde. Daarnaast wordt zichtbaar dat de landelijke trend van stijgende woonlasten in alle inkomensgroepen, niet waarneembaar is in de regio.

De gemiddelde verkoopprijs van woningen in de regio ligt structureel onder het landelijke gemiddelde. De ontwikkeling van de verkoopprijs van woningen in de periode 2015-2020, laat zien dat het verschil in de afgelopen jaren groter is geworden. Alleen in de Gemeente Coevorden steeg de gemiddelde verkoopprijs harder dan het landelijke gemiddelde, in de overige gemeenten in Zuid- en Oost- Drenthe lag de procentuele stijging van de gemiddelde verkoopprijs onder het landelijke niveau.

De leeftijd van de woningvoorraad is een belangrijke voorspellende indicator waar het gaat om energielasten en energieverbruik. De cijfers in de monitor laten zien dat Zuid- en Oost- Drenthe in verhouding tot het landelijke gemiddelde minder nieuwbouwwoningen (gebouwd na 2005) en oude woningen (gebouwd voor 1945) telt. In de cijfers over de samenstelling van de voorraad wordt daarnaast zichtbaar dat de ontwikkeling van het aandeel nieuwbouwwoningen in Zuid- en Oost- Drenthe achterblijft.

Mede door toedoen van bovenstaande en het feit dat Zuid- en Oost- Drenthe relatief veel grotere woningen telt, ligt het gemiddelde aardgasverbruik per woning in de regio structureel boven het landelijke gemiddelde. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per woning in de regio lag in 2019 op het niveau van het landelijke gemiddelde. Daarmee heeft de regio in de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt: het gemiddelde elektriciteitsverbruik per woning daalde in de periode 2015-2019 harder dan in de rest van Nederland.

De cijfers in de monitor laten verder zien dat in de periode 2015-2018 bij de nodige woningen in Zuid- en Oost- Drenthe energiebesparende maatregelen zijn doorgevoerd. Wat opvalt is dat in de woningvoorraad met een lager energielabel over het algemeen minder energiebesparende maatregelen worden doorgevoerd.

In 2018 besteedde 13.2% van de huishoudens in Zuid- en Oost- Drenthe meer dan 8% van hun inkomsten aan de energierekening. Dit aandeel lag fors boven het landelijke gemiddelde van 8%. Enerzijds wordt dit verklaard door het hogere gemiddelde energieverbruik (met name aardgas) per woning in de regio. Anderzijds wordt dit verklaard doordat het gemiddeld besteedbaar inkomen in Zuid- en Oost- Drenthe lager ligt dan in de rest van het land.