Soms maakt een luisterend oor al een verschil


Problemen bij kinderen zo vroeg mogelijk signaleren en het niet groter maken dan nodig is. Dat is het doel van het project Kinderen eerst. In Gieten en Gasselternijveen werken twee huisartsenpraktijken daarom nauw samen met schoolmaatschappelijk werk, sociaal werkers, gezinscoach en orthopedagoog. “Ouders gaan met hun kind nog vaak met gedragsproblemen naar de huisarts. Toch is dat niet altijd nodig en kan een goed gesprek en laagdrempelige begeleiding van kind en gezin ervoor zorgen dat het probleem zonder specialistische hulp of een jeugdzorgtraject kan worden ondervangen”, vertelt Irma Twickler, beleidsadviseur sociaal domein van de gemeente Aa en Hunze.

“Via bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk, huisartsen, het sociale team van de gemeente, Icare en de GGD kunnen signalen van zorg om een kind binnenkomen. In een multidisciplinair team wordt besproken op welke manier het kind geholpen kan worden. Een goed gesprek kan al veel van de problematiek omhoog halen.”  Eens in de zes weken komt het team bij elkaar om problematiek te bespreken en elkaar op de hoogte te houden. Hierdoor weet de huisarts wat er in diens praktijkgebied speelt en kent het netwerk waar ouders en kinderen naar doorverwezen kunnen worden.

"De Kinderen eerst-aanpak zorgt er niet alleen voor dat die wachtlijsten korter worden, maar fungeert ook als een tussenoplossing voor kinderen die wel op die wachtlijst staan."

Tijd

Maryska Kremer, jongerenmaatschappelijk werker, schoolmaatschappelijk werker en jongerenwerker en Roos van den Heuvel, gezinscoach zitten in het multidisciplinaire team en zijn erg enthousiast over deze aanpak. Zo vertelt Roos: “Huisartsen zijn gebonden aan het consult dat ze met een kind en de ouders hebben. Daardoor heeft de huisarts ook niet altijd tijd om de achterliggende problematiek uit te spitten. Wij hebben dat wel en krijgen door deze pilot steeds vaker de vraag rustig uit te zoeken wat er met het kind aan de hand is.” Ze vervolgt: “Misschien heeft het kind net een spannende periode op school of heeft het gedrag te maken met de invloed van de coronaregels. En dan kan zomaar blijken dat verwijzing naar de tweede lijn niet eens nodig is. Soms is een aantal gesprekken of een weerbaarheidstraining al genoeg.”

Netwerk

De specialistische zorg, zoals de verslavingszorg, psychiatrie en traumabehandeling, kampt met lange wachtlijsten, die in coronatijd ook nog eens behoorlijk zijn opgelopen. De Kinderen eerst-aanpak zorgt er niet alleen voor dat die wachtlijsten korter worden, maar fungeert ook als een tussenoplossing voor kinderen die wel op die wachtlijst staan. De wachtlijsten voor de GGZ zijn soms wel acht tot negen maanden. “Intussen draait het gezin gewoon door, terwijl de problematiek blijft”, zegt Maryska. “Dat gezin moet opgevangen worden. In de wachttijd is er dan een heel netwerk om hen heen, zoals de kinderopvang, Icare, en de jeugdverpleegkundige van de GGD, om in de gaten te houden dat zo’n kind niet verder afglijdt. Maar”, benadrukt ze, “er blijft wel altijd contact met de huisarts, zodat hij weet wat er gebeurt en dat werkt echt heel fijn.” Dit steunende netwerk van hulpverleners en de korte lijnen met de huisarts maken dat kinderen goed in beeld blijven. Ook als een kind uiteindelijk de specialistische behandeling krijgt. “Dan begeleiden wij meer, maar we blijven betrokken.”

Links Mariska, rechts Roos

Rust

Ook in situaties die in eerste instantie op een crisis lijken, kan de eerstelijns hulp al veel opvangen. Roos vertelt: “Waar eerdere snel werd gezegd ‘we moeten snel specialistische hulp inschakelen, anders gaat het mis’, blijkt dat een luisterend oor al een groot verschil te kan maken. Omdat wij ons tussen de mensen in de gemeente bewegen, kennen wij ze vaak al. Dat maakt het eerste contact een stuk laagdrempeliger en is de crisis al een beetje weg.” Maryska geeft een voorbeeld: “Zo werd werd ik laatst gebeld door de huisarts. Het ging niet goed met de puberdochter in een gezin en het dreigde te escaleren. We zijn meteen vanuit onze eigen expertise in gesprek gegaan; Roos met de ouders en ik met de dochter. In een later stadium heeft er een systeem gesprek plaatsgevonden met het hele gezin. En dat is heel goed gegaan. Iedereen voelde zich gehoord en de rust keerde snel terug.” Roos valt bij: “Ja, het gezin is heel blij en omdat de huisarts ons gelijk heeft benaderd, was het niet nodig specialistische hulp in te schakelen”. Zowel Maryska als Roos zien toekomst in deze manier van werken. “Ik ben erg blij met deze samenwerking met de huisartsen”, zegt Maryska, “Zeker nu we al een tijdje zo werken, weten de huisartsen ons goed te vinden. En samen kunnen we op die manier voorkomen dat er een onnodig beroep op de specialistische zorg wordt gedaan en dat is voor iedereen goed.”

Dorpskracht

Aa en Hunze wil met dit project ook graag de dorpskracht versterken. Irma licht het toe: “Daarmee bedoelen we, dat mocht een gezin overbelast raken, een kind af en toe eens naar een ander gezin toe kan gaan of een maatje krijgt, met wie hij of zij leuke dingen kan ondernemen.” Door Corona is dit nog niet goed van de grond gekomen, maar het project is dan ook nog niet afgerond.